fbpx

Hoe kunnen we helpen?

< Alle onderwerpen
Print

Auteur(s)

In je tekst en in je bronnenlijst

Als je een bron gebruikt benoem je die volgens de APA-stijl (7e druk) op twee plaatsen: (1) in je tekst zelf op het moment dat je aan de bron refereert en (2) in de bronnenlijst aan het einde van je scriptie of artikel. In dit artikel behandelen we deze twee manieren van refereren afzonderlijk. Helemaal onderaan vind je een voorbeeld van hoe dezelfde bron in je tekst en vervolgens in je referentielijst wordt geciteerd.

In je tekst

1 auteur

Voorbeeldbron

Payne, T.E. (1997). Describing morphosyntax: A guide for field linguistics. Cambridge University Press.

Tussen haakjes

(Payne, 1997)

Narratief

Payne (1997)

Gebruik in de praktijk

Tussen haakjes, parafrase
Als we naar het woord reflecteren kijken kunnen we dat opsplitsen in de woordstukjes re+flect+eren. Elk woordstukje noemen we een morfeem. Binnen de categorie morfemen onderscheiden we onder andere prefixen en suffixen. In het voorbeeld van reflecteren is re– een prefix (Harley, 2006).

Tussen haakjes, citaat
Als we naar het woord reflecteren kijken kunnen we dat opsplitsen in de woordstukjes re+flect+eren. “Prefixen [zoals re-] en suffixen [zoals -eren] zijn morfemen, net als de dingen waar ze zich aan hechten” (Harley, 2006, p. 115).

Narratief, parafrase
Volgens Harley (2006) noemen we de woordstukjes die we vinden als we bijvoorbeeld reflecteren opsplitsen in re+flect+eren morfemen. Re– en –eren zijn in dit voorbeeld respectievelijk een pre- en een suffix.

Narratief, citaat
Harley (2006) geeft aan dat “woordstukjes [morfemen] worden genoemd. Prefixen en suffixen zijn morfemen, net als de dingen waar ze zich aan hechten” (p. 115).

Inhoudsopgave